Skip to main content

Eisen Zwemkids

Snorkel certificaat

Alleen met zwemvliezen:

  • Te water gaan met koprol achterover,

Aansluitend 25 meter rugcrawl en 25 meter beenslag op rechter of linker zijkant.

  • Start in het water,

Na 12 meter zwemmen in 1 duik 3 voorwerpen in 2 verschillende kleuren ophalen van de bodem.

Met snorkel uitrusting:

  • Te water gaan met een schredesprong,

Aansluitend 50 meter snorkelen onder 4 keer 2 draaien om de lengteas (links- en rechtsom).

  • Start in het water,

25 meter snorkelen daarbij de snorkel 2 keer uit de mond halen, over de rug van de ene in de andere hand brengen en vervolgens weer in de mond.

  • Te water gaan met een kopsprong,

Onder water zwemmen en ondertussen 2 uiteinden van een touw aan elkaar knopen met een platte knoop.

  • Starten in het water,

Snorkelen, een hoekduik maken en door een hoepel zwemmen. Vervolgens nog een keer links of rechtsom door dezelfde hoepel.

Bonus:

Hoekduik maken, lucht uitblazen en vervolgens 3 seconden zonder te bewegen op de bodem blijven.

Balvaardigheid certificaat

  • Vanuit het water,

15 meter waterpoloborstcrawl, aansluitend 15 meter waterpolorugcrawl, gevolgd door 5 meter waterpoloschoolslag en 15 meter zijwaarts verplaatsen.

  • Vanuit het water,

15 seconden ongelijkzijdig watertrappen op de plaats.

  • Vanuit het water,

15 meter waterpoloborstcrawl met bal.

  • In het water,

5 keer werpen (passen) van de bal, naar een medespeler, waarbij het werpen met één hand gebeurt en gericht op de handen van de medespeler, die zich op 3 a 3 meter afstand eveneens in het water bevindt. De bal wordt opgepakt met de draaisteekmethode.

  • In het water,

Op een afstand van 3 meter 3 keer schieten op doel, waarbij vanuit verschillende posities voor het doel geschoten wordt.

  • Het spelen van tikkertje waarbij de tikker degene met de bal niet mogen tikken. De teamgenoten dienen hierdoor samen te spelen, zodat ze uit de handen blijven van de tikker.
  • Partij spel, waterpolo. 

Survival certificaat

Uitgebreid kledingpakket

(Zwemkleding, sokken, hemd, lange broek, t- shirt met lange mouwen, regenjas en sportschoenen)

  • Vanaf de kant te water gaan met een rol voorwaarts,

Vervolgens 50 meter zwemmen, 25meter schoolslag en 25 meter rugslag 1 keer onderbroken door een koprol voorover.

  • Vanaf de kant te water met een hurksprong,

Na het boven komen al watertrappelend van een (meegenomen/toegeworpen) plastic zak een drijfmiddel (survival parachute) maken, hiermee 30 sec. blijven drijven, vervolgens zelfstandig het water uit klimmen.

  • Vanaf de kant te water met een sprong voorwaarts,

Watertrappend de schoenen en regenjas uitrekken.

Kledingpakket

(Zonder regenjas en schoenen)

  • Vanaf de kant te water met een hurksprong met behulp van een hulpmiddel (plank/flexibeam),

Naar een vriendje zwemmen, hulpmiddel aanreiken en uit het water trekken.

  • Vanaf de kant te water gaan met een sprong voorwaarts,

10 meter borstwaarts richting een boot zwemmen, in de boot klimmen en met een rol achterwaarts de boor verlaten, dan 15 meter borstwaarts zwemmen en zelfstandig op de kant klimmen.

Zwemmen in badkleding

  • Vanaf de kant te water met een kopsprong,

Aansluitend 9 meter onder water zwemmen, door een gat in een verticaal hangend zeil zwemmen.

  • Vanaf de kant met een geblindeerde zwembril het water in laten zakken,

3 meter onder water zwemmen, 1 voorwerp van de bodem oprapen en boven water tonen.

  • Een drenkeling redden doormiddel van 3 vervoerstechnieken:
  • Okselgreep
  • Polsgreep
  • Kopgreep